Het lerend vermogen van de bouwsector moet omhoog. Dat concludeerde de Onderzoeksraad voor Veiligheid na de instorting van de parkeergarage in Eindhoven. VNconstructeurs, Koninklijke NLingenieurs en Bouwend Nederland organiseerden de werkconferentie ‘Constructieve veiligheid van gebouwen verdient meer’ om samen concrete stappen te zetten die onveilige situaties in de toekomst moeten voorkomen. Bijna honderd afgevaardigden uit de hele bouwsector kwamen hiervoor op vrijdag 16 november bijeen in het auditorium van Bouwend Nederland onder leiding van dagvoorzitter Alfons van Marrewijk, hoogleraar bedrijfsantropologie aan de Vrije Universiteit.
De Onderzoeksraad sprak zich uit tegen de gebrekkige coördinatie van werkzaamheden, diffuse verdeling van verantwoordelijkheden, onvoldoende veiligheidsbesef en onvoldoende toetsing van risico’s in de bouw. “Ik heb dat rapport als niet-mals ervaren”, zegt Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland bij de inleiding van de werkconferentie. “Sterker nog, het schaamrood stond me op de kaken. Dat kwam doordat de aanbevelingen van de Onderzoeksraad aan de sector precies hetzelfde waren als in een rapport uit 2012. Hebben we in die zes jaar niks geleerd? Wat gaan we als sector nu daadwerkelijk doen om de veiligheid te verbeteren?”
Vertrouwen herstellen
De veelheid aan partijen die bij bouwprojecten bezig zijn, kan leiden tot onveilige constructies. “In plaats van naar elkaar te wijzen, moeten we nadenken hoe we het vertrouwen in ons vak weer kunnen herstellen”, vindt Verhagen. “Daarvoor moet het lerend vermogen in de sector omhoog. Veiligheid serieus nemen is niet genoeg. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat we ons ook verantwoordelijk voelen voor het totaal en niet alleen voor ons onderdeel? Hoe bereiken we een open cultuur, waarin we ons niet bezighouden met de schuldvraag, maar met gezamenlijke lessen?”
Naar nul dodelijke ongevallen
Het woord is daarna aan Koene Talsma, voorzitter van de kerngroep Governance Code Veiligheid in de Bouw. De Governance Code is in 2012 in het leven geroepen met als hoofddoel om veiligheidsrisico’s in de hele keten van de bouw terug te dringen. Talsma: “We scherpen onze ambities aan naar nul dodelijke of ernstige ongevallen. Veiligheid moet net zo belangrijk zijn als planning en budget. De Inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt ons een simpele vraag: er zijn al veel codes en regels, waarom leven jullie die niet gewoon na?”
Veiligheid is niet stoer
De Governance Code vroeg een extern communicatiebureau de sector een spiegel voor te houden en zo een antwoord te krijgen op die vraag. Daar kwamen drie dingen uit. Allereerst heeft de bouw een cultuurprobleem: veiligheid wordt niet stoer gevonden. Daarnaast bestaat er een reputatieprobleem, omdat alleen slecht nieuws de kranten haalt. Tot slot bestaan er onduidelijke standaarden in deelsectoren, een zogenaamd level playing field probleem. “Volgens mij moet de vrijblijvendheid af van alle vormen van veiligheid”, vervolgt Talsma. “Vandaag bespreken we welke acties nodig zijn om nu echt in beweging te komen.”
Meer zekerheid bij toepassen innovaties in projecten
Arthur de Backker van Heijmans leidde de workshop Onderzoek en normalisatie voor innovatie. “Bij innovaties is het project nog te vaak de proeftuin; een innovatie is nog niet volledig onderzocht, terwijl het al wel toegepast wordt. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn, maar we houden nog onvoldoende rekening met extra budget en controles die nodig zijn om voldoende zekerheid over de innovaties te krijgen.” Gedurende het project blijken vaak toch weer individuele belangen en financiën doorslaggevend. Een onafhankelijke toetser kan dit doorbreken. Hij staat los van financiële belangen en houdt zich primair bezig met de kwaliteit en het gemeenschappelijke belang van de constructieve veiligheid. De Backker nam ook een voorschot op de thema’s van de andere workshops. Hij pleitte voor een toetsing op de complete en juiste vastlegging van taken en verantwoordelijkheden in het project. Een derde oplossing uit deze workshop is het organiseren van professionele tegenspraak, bijvoorbeeld ruimte om feedback te geven aan de leidinggevende.
Verplichten
De meeste deelnemers van de workshop Kwaliteitsborging, toetsing en toezicht, waren vóór het verplichtstellen van een hoofdconstructeur en externe controle. “Voor beide oplossingen hebben we de minister nodig”, zegt Jan Vambersky, emeritus hoogleraar aan de TU Delft. Zonder wettelijke verplichting krijgen we dit niet voor elkaar.” Een andere thema uit deze workshop is kwaliteit leidend laten zijn, in plaats van de prijs. Veiligheid moet worden betaald en moet daarom veel belangrijker worden in aanbestedingen.
Opdrachtgevers
Roger Mol van het Rijksvastgoedbedrijf leidde de workshop Taken en verantwoordelijkheden in. “Van de opdrachtgever wordt veel verantwoordelijkheid verwacht, maar dat lukt in de praktijk niet altijd. Voor kleinere opdrachtgevers is het helemaal ingewikkeld. Daarom moeten opdrachtgevers in gesprek blijven met de adviseurs en bouwers die ze inhuren. Ze moeten begrijpen waarvoor ze betalen en dat veiligheid geld kost. Als een hoofdconstructeur verplicht wordt, is dat ook voor een opdrachtgever een stok achter de deur om er budget voor uit te trekken.”
Open cultuur
Carla Moonen, bestuursvoorzitter van Koninklijke NLingenieurs en Paul Rijpstra, voorzitter van VNconstructeurs sluiten de conferentie samen af. “Als keten moeten we gezamenlijk in gesprek met de minister. Tegelijkertijd moeten we niet op de politiek gaan wachten en nu onze verantwoordelijkheid nemen. Zie veiligheid niet als een kostenpost, maar als een besparing. Daarnaast moeten we iets doen aan de cultuur. Een aannemer of bouwpartij moet veiligheid bespreekbaar durven te maken en in het ergste geval zelfs een opdracht weigeren als de veiligheid niet op orde is.”
Actieagenda
De uitkomsten van de workshops worden gebundeld in een actieagenda. VNconstructeurs, Koninklijke NLingenieurs en Bouwend Nederland gaan de punten uit deze actieagenda omzetten in vervolgstappen en concrete afspraken. Zij betrekken hierbij sleutelfiguren uit de sector en zullen samen zoveel mogelijk de achterbannen mobiliseren opdat veiligheid meer geborgd wordt in de hele keten.