De weerbarstige praktijk van constructieve veiligheid

Op 9 april kwamen de deelnemers van de cursusreeks Borgen Constructieve Veiligheid in de Praktijk bijeen voor de afsluitende intervisiesessie. Centraal tijdens de bijeenkomst stond het met elkaar delen van meegemaakte situaties uit de – vaak weerbarstige – praktijk waarin de constructieve veiligheid op het spel stond. Als constructeur is het fijn te weten dat je niet de enige bent die soms onder druk wordt gezet, vanwege gebrek aan tijd, geld of constructieve kennis bij de ontwikkelende of uitvoerende partij. Nog belangrijker is het van elkaar te leren hoe je de controle tijdens het bouwproces behoudt en welke acties je op welk moment het beste kunt nemen.

Ketenaanpak

De cursus, die bestaat uit drie webinars en de afsluitende intervisiesessie op locatie en dit jaar voor de tweede keer werd gehouden, is een gezamenlijk initiatief van Betonvereniging, Bouwen met Staal, Kennis Platform Constructieve Veiligheid (KPCV) en VNconstructeurs. In de cursus wordt uitgelegd hoe samenwerken noodzakelijk is voor het goed borgen van constructieve veiligheid en aan welke rollen en verantwoordelijkheden de verschillende partijen inhoud moeten geven. In ieder geval vraagt deze samenwerking om een integrale benadering, een ketenaanpak. Alle betrokken partijen – vanaf de initiatieffase tot en met de gebruiksfase – moeten zich bewust zijn van hun verantwoordelijkheid en hun invloed. Nog te vaak wordt geleund op het feit dat de ontwerper dan wel constructeur van het project er wel voor zorgt dat de constructieve veiligheid geregeld wordt.  Mooi om te zien was daarom dat dit jaar ook een aantal opdrachtgevers onder de deelnemers was.

Veilige omgeving

Om echt van elkaar te kunnen leren, werden voor de intervisiesessie door deelnemers niet herleidbare casussen en projecten aangedragen. De Nederlandse bouwwereld is immers klein. Daarmee werd een veilige omgeving gecreëerd, wel zo toepasselijk én noodzakelijk voor een open gesprek over het onderwerp. Om diezelfde reden zijn deelnemers in dit artikel bewust anoniem gehouden.

In gesprek

Na een korte introductie vanuit de organiserende partijen en terugblik op de webinars, gingen de deelnemers in zes kleine groepjes met elkaar in gesprek, onder leiding van een gespreksleider. Elke deelnemer bracht een praktijkcasus in, vervolgens koos de groep voor de meest interessante casus om te behandelen. De overige deelnemers stelden vragen en gaven opbouwend advies aan de casusinbrenger. Het doel en de uitdaging daarbij was om niet te veel over de techniek van het probleem en de oplossing te praten, maar juist over het proces,  de rolverdeling en de wijze waarop lastige onderwerpen op een effectieve, niet persoonlijke manier toch bespreekbaar kunnen worden gemaakt.

Casus Ondeskundige opdrachtgever: lastig en duur

Een van de casussen ging over een ondeskundige opdrachtgever. Deze had weinig technisch inzicht en lette vooral op tijd en geld. Ongelukkige bijkomstigheid was dat ook de aannemer, die na de DO-fase instapte, onbewust onbekwaam was als het ging om het belang van de verbindingen van de staalconstructie in relatie tot de gevolgen van windbelasting. In het voortraject had de constructeur deze verbindingen al uitgewerkt en doorgerekend.

Gaandeweg het proces ontstond bij de opdrachtgever het gevoel dat alles wat de constructeur voorstelde, zoals het maken van extra berekeningen en verder engineeren van details, maar lastig was en tegenviel, want dat kost geld en tijd. En alles wat de aannemer voorstelde, zoals simpelere en goedkopere verbindingen, viel juist mee. De robuustheid van de verbindingen kwam daarbij echter in het gevaar. De deelnemer begon aan zichzelf te twijfelen: ‘Op een gegeven moment nam ik mijn zorgen ook mee naar huis. Dat zou toch niet moeten.’ Hij hield ruggenspraak met een bevriende concullega. Die adviseerde hem om zich terug te trekken uit het project. Dat vond de constructeur te ver gaan, want daarmee los je in de basis niets op. Uiteindelijk schakelde de aannemer een metselwerkspecialist in voor het uitwerken van de engineering voor de bekleding van de staalconstructie. Die had wel kennis van robuuste verbindingen. Pas toen kreeg de constructeur het vertrouwen terug dat het project goed zou komen.

Over tijd en geld wordt vaak onderhandeld, maar over constructieve veiligheid kun je niet onderhandelen, en toch gebeurt het

In de discussie aan tafel herkende de andere deelnemers de problematiek. Veel niet constructief onderlegde partijen gaan ervan uit dat constructieve veiligheid een gegeven is. Een constructie is toch altijd veilig? Over tijd en geld wordt vaak onderhandeld, maar over constructieve veiligheid kun je niet onderhandelen, en toch gebeurt het. Het advies van de groep was om ervoor te zorgen dat je de opdrachtgever kennis bijbrengt en de risico’s op tijd inzichtelijk maakt. Zo maak je hem medeverantwoordelijk voor constructieve veiligheid. Je moet daarbij een ondergrens durven stellen en zal soms moeten confronteren. Andere adviezen waren om constructieve veiligheid al mee te nemen in je aanbieding, betrokken te zijn bij de selectie van de uitwerkende partij, en met de opdrachtgever beter afstemmen wat je rol is gedurende het proces.

Casus Woningbouwcasco: elke m2 telt

Een andere casus werd ingebracht door een constructeur werkzaam bij een ontwikkelende aannemer en cascobouwer voor woningbouw. Hij verzuchtte dat veiligheid in de bouw kennelijk niks mag kosten: ‘De bouw is bijna het tegenovergestelde van de vliegtuigindustrie. We vinden het logisch dat een piloot veel geld verdient, omdat hij een grote verantwoordelijkheid draagt. Maar een constructeur die een woontoren van 100 appartementen bouwt, draagt óók een grote verantwoordelijkheid!’

Niet zelden wordt er naar de mazen in de wet gezocht, onder het motto ‘elke m2 vloeroppervlak is geld waard’. De projectontwikkelaar heeft vaak onvoldoende kennis van constructies. Wat moet en kan je in welke ontwikkelfase nog regelen? Neem optoppingen, daar wordt vaak heel gemakkelijk over gedacht door ontwikkelaars: ‘Zo van: zet er maar een laag op. Dat het constructieve veilig is, dat is toch een gegeven?’

Uiteindelijk is alles technisch op te lossen. Maar het begint bij het juiste basisconcept voor de constructie. Aan tafel was men het eens: het is beter om de ‘lastige vragen’ (te) vroeg dan te laat te stellen. Al was het verleidelijk toch weer de techniek in te duiken en alternatieve oplossingen voor te stellen. Maar daar is deze intervisiesessie niet voor bedoeld.

Het is beter om de ‘lastige vragen’ (te) vroeg dan te laat te stellen

Opbouwend advies

In het afsluitende plenaire gesprek werden de uitkomsten van de groepsgesprekken met elkaar gedeeld. De casusinbrengers presenteerden hun situatie. Ook het opbouwend advies werd geëvalueerd en vanuit de zaal aangevuld. Terugkerende vragen waren: Wat doe je als je merkt dat je als constructeur niet serieus wordt genomen? Heb je een second opinion aangevraagd? Welke rol had het bevoegd gezag? Wat was de contractvorm? En vooral: wie was er en wie voelde zich eindverantwoordelijk?

Wie was er en wie voelde zich eindverantwoordelijk?

Intimiderend gedrag

In de plenaire sessie reageerde de deelnemers het meest geschokt op een casus waarin de constructeur zodanig onder druk werd gezet, dat je kunt spreken van intimiderend gedrag. Vlak voor de bouwvak stond de stort van vloeren voor een bedrijfshal op de planning. De hoofdconstructeur en inbrenger van deze casus besloot twee dagen voor de stort de bouwplaats te bezoeken en ontdekte tot zijn schrik dat veel belangrijke details afweken van tekening. Hij besloot een alarmerende mail te sturen naar alle betrokkenen. Een reactie van de aannemer kwam pas de avond voor de stort. De boodschap: we gaan door, de onderaannemer vindt het veilig. De ochtend erop waren alle partijen op de bouwplaats. Daar werd de hoofdconstructeur en plein public onder druk gezet door zijn eigen leidinggevende, die vanwege de strakke planning de kant van de aannemer koos. Uiteindelijk heeft de hoofdconstructeur tegen zijn zin in goedkeuring verleend, nadat hij de door de onderaannemer bedachte oplossing nog eens goed had doorgerekend. ‘Dit zou ik nooit nog eens zo doen,’ bekende hij in de intervisiesessie.

De constructeur werd zodanig onder druk gezet, dat je kunt spreken van intimiderend gedrag

Vanuit de zaal kreeg deze deelnemer veel waardering voor het delen van deze ervaring en zijn kwetsbare opstelling. Wie was in deze situatie eindverantwoordelijk, daar gaat het om. Wie bel je (in plaats van mail je!) als eerste? Ofwel, wie maak je medeverantwoordelijk? Dat zouden constructief onderlegde mensen moeten zijn die je bij kunnen staan, zodat je niet alleen komt te staan en niet zo eenvoudig geïntimideerd wordt.

Coördinerend constructeur

De versterking van de rol coördinerend constructeur is een van de uitkomsten van het programma Veiligheid in de Bouw. De inbrenger van de casus Ondeskundige opdrachtgever is nog sceptisch of dat dé oplossing is voor het borgen van constructieve veiligheid, gezien alle casussen die vandaag aan bod zijn gekomen. Hij vreest dat er nog een instorting voor nodig is. Ook aan tafel bij de casus Woningbouwcasco zijn de ervaringen nog wisselend. Er wordt in deze rol gelukkig naar je geluisterd. Maar soms is het ontwerp pas klaar als het gebouw al staat. Hoe gedraag je je als constructeur bij continue wijzigingen? Je kunt als coördinerend constructeur niet van alles alles weten. En wanneer zeg je ’tot hier en niet verder’ als je vermoed dat de constructieve veiligheid in het geding komt? Dat is soms al bij de offerteaanvraag, geven enkele deelnemers aan.

Wanneer zeg je ’tot hier en niet verder’ als je vermoed dat de constructieve veiligheid in het geding komt?

Beter voorbereid

De cursusreeks Borgen Constructieve Veiligheid in de Praktijk was voor de meeste deelnemers zeer waardevol. Het gaat vooral over softskills, de zachtere kant. Veel constructeurs zijn daar niet zo op getraind, maar deze kant is heel belangrijk. ‘Door de cursus besteden wij in elk geval intern al veel meer aandacht aan constructieve veiligheid,’ geeft een van de deelnemers in de afsluitende rondvraag aan. ‘Ik beveel de cursus zeker aan. Deze intervisieopzet is heel nuttig, om te leren van praktijkcases, want de praktijk is altijd weerbarstig. Het is goed om te leren van andermans worstelingen, om voorbereid te zijn op een volgende vergelijkbare situatie,’ vult een ander aan. Dat geldt voor zowel constructeurs uit grotere als kleinere bureaus. Of we nou collega’s of concullega’s zijn, het is goed om deze verhalen te blijven delen en van elkaar te leren.

Softskills

We zijn er nog niet met het borgen van constructieve veiligheid, het blijft een constant aandachtspunt. Betonvereniging, Bouwen met Staal, Kennis Platform Constructieve Veiligheid (KPCV) en VNconstructeurs zullen de cursusreeks dan ook voortzetten. Het ontwikkelen van softskills voor de constructeur staat ook centraal in de workshopserie Professionele Tegenspraak van VNconstructeurs. Houd de website in de gaten voor actuele cursusdata.

Deel deze pagina

Meer weten over dit onderwerp?

Scroll naar boven