Nog even en Diederik Veenendaal geeft zijn titel ‘Constructeur van het Jaar’ door tijdens de Dag van de Constructeur. Hij en zijn team zien de erkenning vooral als aanmoedigingsprijs om door te gaan met hun eigenzinnige aanpak. Zijn keynote wil hij vooral wijden aan de toekomst van het constructeursvak. “Ik kan het hebben over projecten en het werk dat ik doe, maar dat is gewoon vertellen over mijn werk,” zegt Veenendaal. “Ik wil vooral een boodschap meegeven voor de toekomst.”

“Ik wil vooral een boodschap meegeven voor de toekomst.”
Acht jaar geleden richtte Veenendaal Summum Engineering op. Met een team van vier constructeurs, waaronder internationale collega’s, focussen ze zich op lichte draagconstructies, digitale fabricage, circulariteit en natuurlijke materialen. “Deze prijs is echt een team-effort,” stelt Veenendaal voorop. “Zonder het kleine team was deze erkenning niet mogelijk geweest.”
Voor Veenendaal kwam de titel als een totale verrassing. “Als je kijkt naar voorgaande winnaars, waren dat vaak constructeurs met een lange carrière bij grote bureaus of betrokken bij prestigieuze projecten. We hebben niet de langste brug, diepste tunnel of hoogste toren gedaan. We zien het zelf als een aanmoedigingsprijs om door te gaan met onze manier van werken.”
Een heel fijn jaar
Veenendaal en zijn team voelden zich lange tijd een vreemde eend in de bijt. “Voordat we de prijs kregen, hadden we het gevoel dat we vooral ons eigen ding aan het doen waren. We geloofden in onze eigenzinnige aanpak met duurzame materialen en innovatieve bouwmethodes. Maar we hadden niet het gevoel dat het vakgebied ons zag. Dat bleek dus heel anders te zijn. We bleken wél gezien te worden. Dat was heel prettig om te merken. Het feit dat vakgenoten mij die erkenning hebben gegeven zie ik dus ook een beetje als validatie dat we met iets zinnigs bezig zijn.” Veenendaal merkt op: “Toch is het niet zo alsof de opdrachten binnenstromen. Wat dat betreft gaan we gewoon lekker door zoals we dat al deden.”
Naast de titel Constructeur van het Jaar, wonnen Veenendaal en zijn team de Nationale Houtbouwprijs voor hun materiaalbesparende ontwerp. “Het was een klein gebouw in vergelijking met de concurrentie, al is het voor ons een groot project,” aldus Veenendaal. “Deze prijs lag in het verlengde van de Constructeur van het Jaar titel. In die zin was het een heel fijn jaar.”
De impact van de prijs strekt zich verder uit dan Summum Engineering zelf. Zo zet Veenendaal zich ook in voor diversiteit en integratie van internationale collega’s in de sector. “Veel van de beste constructeurs met wie ik heb samengewerkt waren vrouwen, terwijl er nog nooit een vrouwelijke ‘Constructeur van het Jaar’ is geweest. Daarnaast zit Nederland verlegen om constructeurs. Dus het aandeel in niet-Nederlandstalige constructeurs neemt toe. Wat ik merk is dat die nog niet zo goed worden betrokken in de bouwwereld.” In een column voor Cement vroeg hij aandacht voor taalbarrières: “Het blad introduceerde toen Engelstalige samenvatting van hun artikelen. En ik hoop dat het nog meer bij mensen losmaakt.”
Eigenzinnige aanpak
Summum Engineering heeft een opvallende bedrijfsstructuur. “Als coöperatie zijn we alle vier mede-eigenaar en nemen we gezamenlijk beslissingen. Daarnaast zijn we een sociale onderneming. We hebben wettelijk vastgelegd dat duurzaamheid en maatschappelijke impact vóór winst gaan. Zo kunnen we ’s avonds rustig slapen,” vertelt Veenendaal. “We weigeren immers projecten die niet in onze visie passen. Wat ons natuurlijk ook gewoon klein houdt, maar ons wel vrijheid geeft.” In het begin dacht Veenendaal dat ze het buitenbeentje in de sector waren. “Ik kreeg soms het gevoel dat we een eenzame strijd voerden. De prijs heeft ons laten zien dat dat niet zo is.”

Vooruitkijken
Tijdens zijn keynote wil Veenendaal niet te veel terugblikken en vooral vooruitkijken. Hij overweegt vier thema’s aan te snijden:
1. Hergebruik: “Hoe kunnen we efficiënter omgaan met materialen en bestaande constructies?”
2. De ontwerpende rol van constructeurs: “Daar ligt onze gezamenlijke kracht. Daar hebben we invloed op de gebouwde omgeving.”
3. Materiaalbarrières: “Sommige constructeurs specialiseren zich in één materiaal, maar dat staat soms innovatie in de weg. Dat vind ik een gemiste kans, voor hen.”
4. Levensduur van constructies: “Het wordt zelden ter discussie gesteld of een gebouw altijd 50 jaar moet staan.”
Kortom: “Laten we zeggen dat ik niet alleen wil terugkijken op mijn eigen werk, maar samen vooruit wil kijken en een boodschap meegeven.”
Boodschap aan jonge constructeurs
Voor jonge constructeurs heeft Veenendaal ook een duidelijke boodschap. “Haal af en toe je hoofd uit het computerscherm en kijk naar de wereld om je heen,” zegt hij, zowel met een glimlach als met zorg. Hij moedigt hen aan om de bredere context van hun werk te begrijpen: de politieke en economische factoren die bouwprojecten beïnvloeden. “De wereld is maakbaar. Dat geldt ook voor ons vak. Daarvoor moet je wel begrijpen waarom de dingen zijn zoals ze zijn.”
Deel deze pagina
Meer weten over dit onderwerp?
![]() | Frank Kaalberg |