Op 27 mei dit jaar stortte een deel van de in aanbouw zijnde parkeergarage op Eindhoven Airport in.
Vanochtend zijn in een gezamenlijke persconferentie van Eindhoven Airport, BAM, TNO en Bureau Hageman de resultaten van het onderzoek naar de technische oorzaken van de instorting bekend gemaakt.
TNO en Adviesbureau Hageman hebben in opdracht van respectievelijk Eindhoven Airport en BAM onderzoeken uitgevoerd.
De conclusies zoals gepresenteerd op de persconferentie zijn, kort samengevat:
De vloeren van de garage zijn bollenplaatvloeren van het type BubbleDeck. De vloer is opgebouwd uit geprefabriceerde breedplaten, geproduceerd met zelfverdichtend beton, die aan de bovenzijde niet zijn opgeruwd. Op de breedplaten wordt op de bouwplaats een druklaag van ter plaatse gestort beton aangebracht. Uit de onderzoeken blijkt dat de afschuifsterkte van het aansluitvlak tussen de breedplaten en het ter plaatse gestorte beton onvoldoende was om de trekkracht over te dragen. Het aansluitvlak voldeed niet aan de geldende norm, NEN-EN 1992-1-1.
Adviesbureau Hageman heeft aan de TU/e een deel van de bollenplaatvloer nagemaakt en beproefd. De resultaten van de experimenten ondersteunen de conclusies die in de theoretische onderzoeken van Hageman en TNO zijn getrokken. Uit de onderzoeken zijn geen aanwijzingen naar voren gekomen voor andere technische oorzaken die tot instorting van de constructie hebben geleid.
Verdere afstemming tussen de betrokken partijen moet uitwijzen wat er met het gebouw gaat gebeuren en wie verantwoordelijk kan worden gehouden voor het incident.
Cobouw meldt dat de onderzoekers inmiddels contact hebben opgenomen met het ministerie van Binnenlandse Zaken (BZK). Uit het oogpunt van risicobewustzijn en preventie vraagt het ministerie gemeenten waarschijnlijk om te inventariseren of er op hun grondgebied gebouwen staan met dezelfde constructies als de ingestorte parkeergarage. Ook krijgen alle gemeenten een brief waarin het ministerie vraagt alert te zijn op de risico’s bij het verlenen van een vergunning voor nieuwbouw. Het ministerie vraagt verder aan het NEN om te beoordelen of de toelichting op de NEN-norm voor dit soort vloeren misschien duidelijker moet.
VNconstructeurs vindt het belangrijk dat constructeurs, bouwers en andere betrokkenen leren van incidenten, zoals de instorting in Eindhoven. De vereniging spreekt haar waardering uit voor het feit dat de onderzoeksresultaten nu bekend en openbaar zijn, zodat eenieder hiervan kennis kan nemen. Het bestuur onderzoekt op korte termijn de mogelijkheden voor een informatieve bijeenkomst voor de leden.
VNconstructeurs vindt het begrijpelijk en terecht dat naar aanleiding van deze instorting de vraag wordt gesteld of vergelijkbare problemen vaker kunnen voorkomen.
In die context is het dan ook goed dat betrokken partijen inmiddels zelf onderzoek hebben uitgevoerd naar 25 gebouwen met vergelijkbare vloeren.
VNconstructeurs is inmiddels samen met enkele andere partijen door het ministerie van BZK uitgenodigd deel te nemen aan een eerste bijeenkomst om te komen tot een informatiedocument voor de beoordeling van bestaande gebouwen.
Nadere informatie, waaronder de te downloaden presentaties en rapporten: